Uitwerking financiële kaders per heffing c.q. groep van heffingen
Hieronder maken wij per heffing c.q. groep van heffingen de relevante kosten en mate van kostendekkendheid inzichtelijk. Via "overige toe te rekenen kosten" worden kosten betrokken bij de kostendekkendheid die niet op het taakveld staan van de heffing. Op onderdelen kan sprake zijn van enigszins afgeronde bedragen die beperkt afwijken van de exacte bedragen op de programma’s en in de administratie.
Zoals aangekondigd in de Perspectiefnota is op basis van de bevindingen van een extern, gespecialiseerd bureau het inzicht in de kostendekkendheid geoptimaliseerd. Dit betreft de gehanteerde percentages voor de toerekening van veeg- en baggerkosten aan afval en riolering, alsmede een verfijning van de toerekening van overhead en BTW. Dit laat overigens onverlet, dat de “overall” conclusie van het onderzoek was, dat de gehanteerde methode overeenkomt met de uitgangspunten zoals blijkt uit wet- en regelgeving en dat de kostentoerekening van de rioolheffing en afvalstoffenheffing nagenoeg volledig zijn.
De toerekening van overhead is hiervoor onderbouwd. BTW is expliciet geregeld in de gemeentewet. Voor wat betreft de kosten van straatvegen en baggeren is op basis van activiteiten en doelstellingen een matrix gemaakt ter onderbouwing van het deel van de kosten dat relevant is in relatie tot het rioolrecht en de afvalstoffenheffing.
Matrix toerekening kosten straatvegen en baggeren
Deze matrix is een handreiking van de VNG waarbij een beredeneerde inschatting is gemaakt van de toe te rekenen kosten in de Amstelveense situatie. Onderstaande inschatting is geactualiseerd. De doorwerking van de parameters heeft geen consequenties voor de te hanteren tarieven.
Straatvegen:
Baggeren:
Kostendekkendheid in begroting en rekening
Bij het bepalen van de kostendekkendheid in begroting en rekening inclusief de verwerking van verschillen tussen begroting en rekening gelden de volgende uitgangspunten:
Directe lasten en baten op het taakveld van de heffing
- de directe lasten en baten op het taakveld van de heffing maken integraal onderdeel uit van de verantwoording van de kostendekkendheid (rekent af met de voorziening). In de begroting zijn dit de geraamde directe lasten/baten, in de rekening zijn dit de werkelijke directe lasten/baten;
Overige toe te rekenen kosten
- als algemene regel geldt dat de primitief bepaalde bedragen voor de overige toe te rekenen kosten het gehele jaar van kracht zijn (begroting = rekening; voorcalculatie = nacalculatie);
- hierop geldt één uitzondering: het bedrag voor overhead kan door specifieke besluitvorming (bijvoorbeeld krimp/groei) en/of gehanteerde systematiek van kostentoerekening afwijken in de begroting na wijziging en op rekeningbasis;
- het gehanteerde overheadpercentage in de rekening is gelijk aan het berekende percentage in de begroting;
- de op te nemen bedragen voor straatvegen en baggeren worden periodiek bij de begroting getoetst en indien nodig geactualiseerd aan de hand van de VNG-matrix;
- voor de overige onderdelen worden de gehanteerde begrotingsramingen getoetst aan de werkelijke cijfers. Dit kan leiden tot aanpassing in de eerstvolgende op te stellen begroting.
Verrekeningen met de egalisatievoorzieningen riolering, huishoudelijk afval en Zorgvlied
- begrotingswijzigingen sluiten via een verrekening met de voorziening;
- de afwijking op de regel "saldo kosten -/- heffing" tussen de rekening en de begroting na wijziging wordt verrekend met de egalisatievoorziening (dekkingspercentage blijft dan gelijk);
- het dekkingspercentage bedraagt in de rekening maximaal 100%;.
- Als het percentage hoger uitkomt in de rekening wordt een bedrag gestort in de egalisatievoorziening waarna het dekkingspercentage 100 bedraagt.
Rioolheffing
Financieel overzicht
De concrete toepassing van de hiervoor omschreven uitgangspunten leidt tot onderstaand financieel overzicht (bedrag x € 1.000).
RIOOLHEFFING | 2022 | |
---|---|---|
1. Taakveld riolen | ||
1a. lasten | 7.102 | |
1b. baten, exclusief heffingen | -23 | |
1c. Verrekening met voorziening | 0 | |
1d. netto kosten taakveld riolen | 7.079 | |
2. Overige toe te rekenen kosten | ||
2a. straatvegen | 384 | |
2b. baggerkosten | 54 | |
2c. overhead | 872 | |
2d. BTW | 938 | |
2e. overige toe te rekenen kosten | 2.248 | |
3. Totaal voor riolering relevante kosten | 9.327 | N |
4. Opbrengst rioolheffing | ||
4a. geraamde opbrengst excl. evt. tariefvoorstel | -9.267 | |
4b. evt. tariefvoorstel 2022 | 0 | |
4c. totale opbrengst rioolheffing | -9.267 | V |
5. Saldo kosten -/- heffing | 60 | N |
6. Dekkingspercentage | 99,4% |
Toelichting bij financieel overzicht
- Bovenstaand overzicht komt uit op een kostendekking van afgerond 99% (was 2021: 98%). Daarmee is de rioolheffing vrijwel kostendekkend met afgerond € 9,3 miljoen aan kosten en opbrengsten.
- Inhoudelijk kader voor de rioolinvesteringen is het nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2021-2026, vastgesteld in de raadsvergadering van 16 december 2020. Beleidsmatig is naar de toekomst toe van belang rekening te houden met extra opgaven in het kader van klimaatadaptie en grondwaterzorg. Het nieuwe GRP en daarvan afgeleide jaarlijkse werkzaamheden/investeringen zetten hierin de eerste stappen. De begroting 2022 bevat hiervoor een uitgavenbedrag van afgerond € 0,4 miljoen. Daarnaast brengt het nieuwe GRP een structurele verhoging van de exploitatielasten met zich mee (€ 54.000 conform besluitvorming Perspectiefnota 2022).
- Binnen de rioolexploitatie is de herberekening van het verloop van de kapitaallasten een zwaarwegende factor. Per saldo dalen de kapitaallasten met € 0,4 miljoen door een lagere rekenrente, rekening houdend met faseringen in de feitelijke voortgang van de werkzaamheden conform de laatste jaarrekening en het toevoegen van nieuwe investeringen volgens het bij de Perspectiefnota 2021 vastgestelde actuele Meerjarenprojectenplan Buitenruimte.
- Verder is sprake van een kostenstijging door loon- en prijsontwikkelingen, alsmede van een meeropbrengst rioolheffing door een toename van het aantal aansluitingen (areaal). Dat leidt al met al tot het bovenstaande financiële resultaat bij een gelijkblijvende rioolheffing. Er is dus geen tariefverhoging nodig om het budgettaire kader te handhaven. Deze verwachting is ook uitgesproken bij de Perspectiefnota 2022.
- Bij de Perspectiefnota 2021 is besloten tot de instelling van een spaarvoorziening riolen. De spaarvoorziening valt in dezelfde categorie als de reeds veel langer bestaande egalisatievoorziening. Het BBV kent beide instrumenten, die allebei zijn bedoeld om bij te dragen aan een verantwoorde en gelijkmatige ontwikkeling van de lastendruk op langere termijn. De egalisatievoorziening verevent incidentele fluctuaties tussen de jaren op het binnenkomende rioolrecht en de hieruit te dekken kosten. Bij een oplopende stand van egalisatievoorziening kunnen middelen hieruit via de spaarvoorziening worden ingezet ter dekking ineens van een deel van de jaarlijkse vervangingsinvesteringen zoals opgenomen in het MPP Buitenruimte. Op deze manier wordt een eventuele restruimte binnen een trendmatige, behoedzame tariefontwikkeling aangemerkt en ingezet als spaarcomponent. Concreet is bij de Perspectiefnota 2022 besloten vanuit de egalisatievoorziening € 1 miljoen toe te voegen aan de spaarvoorziening, waarna er nog € 0,4 miljoen resteert in de egalisatievoorziening. Tevens is besloten deze € 1 miljoen vanuit de spaarvoorziening gefaseerd in te zetten met € 0,25 miljoen in de jaren 2022 tot en met 2025.
Naar de toekomst tot speelt de ontwikkeling om de bestaande verordening met bestaande maatstaf voor de rioolheffing (één uniform aansluitbedrag voor percelen die zijn aangesloten op de riolering met een beperkte aanvulling voor “grootverbruik”) te vervangen door een vorm die beter recht doet aan de bredere invulling van de gemeentelijke watertaken. Wateroverlast en verdroging vragen steeds meer maatregelen in de publieke ruimte. Van de maatregelen in de publieke ruimte heeft iedereen profijt, daarom worden in de nieuwe situatie zoveel mogelijk percelen in de heffing betrokken. Bijvoorbeeld cultuurgronden en natuurterreinen, alsmede percelen die niet zijn aangesloten op de riolering, dragen nu veelal nog niet bij in de kosten van de gemeentelijke watertaken.
De VNG heeft september jl. een nieuwe modelverordening opgeleverd met verschillende varianten om de gedachtenvorming hierover te faciliteren. De verbreding komt ook terug in de citeertitel van de modelverordening: ‘Modelverordening Riool- en Waterzorgheffing’. De VNG heeft ook aan, zich te kunnen voorstellen dat besluitvorming over de invoering van een nieuwe, verbrede rioolheffing plaatsvindt door de nieuwe gemeenteraad na de verkiezingen. Daar sluiten wij ons graag bij aan, dat biedt ook ruimte voor ambtelijke en bestuurlijke voorbereiding en afstemming in het kader van de gemeenschappelijke regeling voor de belastingheffing.
Afvalstoffenheffing
Financieel overzicht
De concrete toepassing van de hierboven omschreven uitgangspunten leidt tot onderstaand financieel overzicht (bedrag x € 1.000).
HUISHOUDELIJK AFVAL | 2022 | |
---|---|---|
1. Taakveld huishoudelijk afval | ||
1a. lasten | 9.355 | |
1b. baten, exclusief heffingen | -1.476 | |
1c. Verrekening met voorziening | 0 | |
1d. netto kosten taakveld huishoudelijk afval | 7.879 | |
2. Overige toe te rekenen kosten | ||
2a. straatvegen | 534 | |
2b. kwijtschelding | 365 | |
2c. handhaving | 173 | |
2d. overhead | 2.097 | |
2e. BTW | 1.324 | |
2e. overige toe te rekenen kosten | 4.493 | |
3. Totaal voor huish. afval relevante kosten | 12.372 | N |
4. Opbrengst afvalstoffenheffing | ||
4a. geraamde opbrengst excl. evt. tariefvoorstel | -10.653 | |
4b. evt. tariefvoorstel 2022 | -377 | |
4c. totale opbrengst afvalstoffenheffing | -11.030 | V |
5. Saldo kosten -/- heffing | 1.342 | N |
6. Dekkingspercentage | 89,2% |
Toelichting bij financieel overzicht
- Bovenstaand overzicht komt uit op een kostendekking van afgerond 89% (was 2021: 92,5%). In totaal mag afgerond € 12,4 miljoen aan kosten in de tariefstelling worden betrokken. Tot dusver is dit in het Amstelveense beleid niet maximaal ingevuld. Het budgettaire kader gaat uit van een opbrengst afvalstoffenheffing van € 11,0 miljoen. Mede vanwege de “boekhoudregels” (BBV) is sprake van verschuivingen binnen de begroting in de toerekening van kosten. Deze administratieve verschuivingen bieden weliswaar de ruimte om meer kosten door te berekenen in de tarieven, maar er is geen verplichting om dat te doen. Leidend is het budgettaire kader, c.q. het verwerken van reële kostenstijgingen in de tarieven.
- De afgelopen twee begrotingen en ook deze begroting is sprake van extra kostenstijgingen op afvalbeheer, waardoor de tarieven afvalstoffenheffing met meer dan de inflatiecorrectie stijgen (invoering nieuwe Rijksbelasting, nieuwe afvalcontracten met hoger kosten transport en verwerking, lagere opbrengsten, investeringen in ondergrondse papiercontainers, uitbreiding openstelling afvalbrengstation). Het aanvullend nog verder verhogen van de tarieven om de kostendekkendheid richting 100% te brengen is op dit moment niet opportuun.
- Conform de besluitvorming bij de Perspectiefnota houdt deze begroting rekening met een tariefstijging van 3,5% (meeropbrengst afgerond € 0,4 miljoen).
- De situatie op de afvalmarkt is verre van stabiel (afvalstromen, volumes, kosten, opbrengsten). In de loop van 2022, richting Perspectiefnota 2023 vindt een nieuwe toetsing plaats, mede op basis van de dan beschikbare rekeningcijfers over 2021.
Zorgvlied
Financieel overzicht
De concrete uitwerking leidt tot onderstaand financieel overzicht (bedrag x € 1.000).
ZORGVLIED | 2022 | |
---|---|---|
1. Taakveld Zorgvlied | ||
1a. lasten | 3.997 | |
1b. baten, exclusief heffingen | -311 | |
1c. Verrekening met voorziening | 0 | |
1d. netto kosten taakveld Zorgvlied | 3.686 | |
2. Overige toe te rekenen kosten | ||
2a. Reservemutaties/overig | 61 | |
2b. overhead | 1.185 | |
2c. overige toe te rekenen kosten | 1.246 | |
3. Totaal voor Zorgvlied relevante kosten | 4.932 | N |
4. Opbrengst heffing rechten Zorgvlied | ||
4a. geraamde opbrengst excl. evt. tariefvoorstel | -4.264 | |
4b. evt. tariefvoorstel 2022 | -189 | |
4c. totale opbrengst Zorgvlied | -4.453 | V |
5. Saldo kosten -/- heffing | 479 | N |
6. Dekkingspercentage | 90,3% |
Toelichting bij financieel overzicht
- Bovenstaand overzicht komt uit op een kostendekking van afgerond 90% (was 2021: 85%). In totaal mag afgerond € 4,9 miljoen aan kosten in de tariefstelling worden betrokken. Daar staat een opbrengst van € 4,5 miljoen tegenover.
- In 2019 kon het onderhoud en de exploitatie van Zorgvlied, niet meer binnen de begroting worden uitgevoerd. Begin 2020 is een bedrijfsplan opgesteld met een pakket om maatregelen om het ontstane tekort gefaseerd in te lopen en in 2023 weer een sluitende exploitatie te bewerkstelligen. De incidentele tekorten in 2020 t/m 2022 zijn conform besluitvorming bij de Perspectiefnota 2021 in de begroting verwerkt, c.q. gedekt ten laste van de algemene middelen.
- Deze gefaseerde inloop van het tekort komt tot uitdrukking in de stijging van de kostendekkendheid van 85% naar 90%. In lijn met de besluitvorming bij de Perspectiefnota is een meeropbrengst via tariefverhogingen opgenomen van afgerond € 0,2 miljoen, een stijging van ruim 4%. De uitwerking hiervan in de verschillende tarieven die gelden voor Zorgvlied wordt in de begrotingsraad voorgelegd via de Tarievennota.
Bouwleges
Een voorstel voor de bouwleges 2022, met een onderbouwing van de kosten en opbrengsten voor 2022 op basis van een actuele prognose van de bouwvolumes, is in voorbereiding voor de raadsvergadering van december.
Burgerzaken
Financieel overzicht
De concrete toepassing van de hierboven omschreven uitgangspunten leidt tot onderstaand financieel overzicht (bedrag x € 1.000).
BURGERZAKEN | 2022 | |
---|---|---|
1. Taakveld Burgerzaken | ||
1a. lasten | 2.468 | |
1b. baten, exclusief heffingen | -30 | |
1c. netto kosten taakveld Burgerzaken | 2.438 | |
2. Overige toe te rekenen kosten | ||
2a. overhead | 1.367 | |
3. Totaal voor Burgerzaken relevante kosten | 3.804 | N |
4. Opbrengst Burgerzaken | ||
4a. geraamde opbrengst excl. evt. tariefvoorstel | -1.423 | |
4b. evt. tariefvoorstel 2022 | -28 | |
4c. totale opbrengst Burgerzaken | -1.451 | V |
5. Saldo kosten -/- heffing | 2.353 | N |
6. Dekkingspercentage | 38,1% |
Toelichting bij financieel overzicht
Het taakveld Burgerzaken omvat zowel legesgerelateerde taken als werkzaamheden die niet onder de legesheffing vallen. Dit laatste omvat verkiezingen, de zorg voor de Basisregistratie Personen, de bestrijding van adres- en identiteitsfraude. Dat verklaart een kostendekkingspercentage ver onder de 100%. Daarbij komt de mate van kostendekkendheid steeds meer onder druk te staan vanwege:
- Door het rijk bepaalde maximumbedragen voor leges.
- Toenemende wettelijke taakverzwaringen waar geen aparte compensaties tegenover staan.
- Lagere legesopbrengsten door minder documentafgiften vanwege de verlenging van de geldigheidsduur van 5 naar 10 jaar. Dit kan niet aan de kostenkant worden opgevangen en de inkomstenkant biedt geen soelaas omdat het Rijk voor de betreffende leges de gemeentelijke maximumbedragen niet heeft aangepast (maar wel de afdracht aan het Rijk heeft verdubbeld).
In het licht van deze oplopende druk op de exploitatie Burgerzaken is een onderzoek in gang gezet om in beeld te brengen wat de mogelijkheden zijn voor een reële, toekomstbestendige businesscase, uitgaande van de bestaande budgettaire kaders.
Onroerende zaakbelastingen (OZB)
De onroerende zaakbelastingen zijn de belangrijkste gemeentelijke belastingen. De onroerende zaakbelastingen bestaan uit een belasting voor het gebruik (alleen niet-woningen) en een belasting voor het eigendom (woningen en niet-woningen). De geraamde OZB-opbrengst voor het aanslagjaar 2022 bedraagt € 23,7 miljoen.
Tarieven 2022
Met betrekking tot de tariefbepaling OZB zijn twee verschillende zaken van belang:
- In de eerste plaats is sprake van een indexering van het tarief op basis van de loon- en prijsontwikkeling. Voor 2022 betekent deze inflatiecorrectie een verhoging van de tarieven met 2%.
- In de tweede plaats vindt jaarlijks een waardetaxatie van het onroerend goed plaats ("hertaxatie WOZ"). Op basis van de hieruit voortvloeiende waardeverhoging of –verlaging, wordt het tarief respectievelijk naar beneden of naar boven bijgesteld om de OZB-opbrengst gelijk te houden. Voor de gemeente als geheel leidt de hertaxatie dus niet tot een andere OZB-opbrengst. Op individueel niveau treden wel verschillen op als de uitkomst van de hertaxatie afwijkt van de gemiddelde waarde ontwikkeling in de gemeente.
Voor 2022 is vooralsnog rekening gehouden met een gemiddelde waarde stijging door hertaxatie van 9% voor woningen en -/-0,5% voor niet-woningen. Dit is een eerste inschatting ten tijde van de opstelling van de begroting. In de raadsvergadering van december 2021 volgt een definitief tariefvoorstel als de hertaxatie grotendeels is afgerond.
De hoogte en ontwikkeling van de lokale WOZ-waarden werken ook door de verdeling van het gemeentefonds. Voor Amstelveen betekent dit nadelige herverdeeleffecten op de algemene uitkering. Tot dusver is dit nadeel niet via het OZB-tarief "doorberekend aan de inwoners", maar naast de andere begrotingsontwikkelingen in de meerjarenbegroting ingepast. Inwoners betalen hun OZB aanslag uit hun inkomen en niet uit de waardeontwikkeling van hun huis, terughoudendheid in lokale lastenverzwaring is staand beleid. Dat laat onverlet, dat het oplopende structurele nadeel door de ongunstige verdeelsystematiek een steeds zwaardere hypotheek legt op de bestedingsruimte van de gemeente. Dit begrotingsboek gaat uit van ongewijzigde indexering van de totale opbrengst, een nadere afweging tot aanpassing van dit beleid kan onderdeel uitmaken van de brede, integrale afwegingen in een nieuw College Uitvoeringsprogramma 2022-2026. Dit zal mede worden bepaald door de uitkomsten van een nieuw Regeerakkoord voor wat betreft de financiële positie van gemeenten.
Verder loopt er op dit moment een traject op te komen tot een grootschalige herziening van de verdeelsystematiek voor het gemeentefonds. Het Rijk heeft inmiddels een voorstel voor een nieuwe verdeling naar buiten gebracht, dat onder meer een voor Amstelveen nadelige verdere uitbreiding van de verevening van de belastingcapaciteit bevat. Door tal van andere wijzigingen in het verdeelstelsel komt Amstelveen volgens de nu bekende, voorlopige cijfers uiteindelijk, per saldo uit “aan de goede kant van de streep”. Dat laat onverlet dat jaarlijkse hertaxaties nadelig blijven uitpakken. Definitieve besluitvorming over een nieuw verdeelstelsel zou zijn beslag moeten krijgen via het nieuwe Regeerakkoord, om dan vanaf 1 januari 2023 gefaseerd in te gaan.
Overige heffingen
De opbrengsten toeristenbelasting en parkeergelden zijn gevoelig voor inkomstenderving door de coronapandemie. Vooralsnog wordt uitgegaan van een incidenteel effect waarvoor het Rijk compensatie verstrekt. De structurele budgettaire kaders wijzigen hierdoor op dit moment niet.