Beleid en overzicht op hoofdlijnen van de lokale heffingen
Belangrijkste uitgangspunten voor het gemeentelijk tarievenbeleid zijn:
- Het toepassen van een jaarlijkse indexering voor loon- en prijsontwikkeling;
- Het hanteren van maximaal kostendekkende tarieven;
- Terughoudendheid ten aanzien van lokale lastendruk burgers en bedrijfsleven.
De commissie BBV heeft in 2021 het advies uitgebracht om in de paragraaf lokale heffingen een overzicht op te nemen van de te onderscheiden lokale heffingen, de maatstaf en de doelstelling die wordt beoogd met het opleggen van de heffing. Dit overzicht is met ingang van deze begroting opgenomen aan het eind aan deze paragraaf.
Indexering
Bij de Perspectiefnota 2022 is de tariefindex (gemiddelde van loon- en prijsontwikkeling) voor 2022 vastgesteld op 2%. Dit is het (afgeronde) gemiddelde van 1,6% prijscompensatie en 2,5% looncompensatie.
Toerekening van overhead.
Voor het bepalen van kostendekkendheid van lokale heffingen moet extracomptabel overhead worden toegerekend. Conform de geldende financiële verordening vindt toerekening van overhead plaats op basis van directe ambtelijke capaciteitsinzet. Als generieke sleutel komt de ambtelijke capaciteit het meest in aanmerking, aangezien er een significante correlatie is tussen de omvang van de directe ambtelijke capaciteit en de omvang van de (ondersteunende) overhead. Ten slotte sluit deze keuze het meeste aan bij de techniek die het CBS op macroniveau hanteert.
Dit betekent concreet, dat de structurele netto-overheadkosten (€ 33,7 miljoen) worden uitgedrukt in een percentage van de totale directe ambtelijke capaciteitsinzet (€ 47,2 miljoen). Dit leidt tot een overheadpercentage van afgerond 71% conform de volgende berekening:
(a) | totale kosten directe ambtelijke capaciteitsinzet | € 47.207.800 |
---|---|---|
(b) | totale (netto toe te rekenen) overheadkosten | € 33.675.100 |
(c=b/a * 100%) | overheadpercentage | 71% |
Dit overheadpercentage wordt in alle kostenopstellingen voor tariefberekeningen gehanteerd, waarmee sprake is van een consistente en onderbouwde werkwijze. Als de overhead wordt uitgedrukt als percentage van de totale begrote lasten exclusief reservemutaties dan levert dat een overheadpercentage op van 12% (€ 33,7 miljoen / € 276,0 miljoen).